| |
|
 In deze serie vandaag aandacht voor het verhaal achter de houding Gomukhasana.
De houding
Gomukhasana is de koeienkophouding. Go betekent koe en Mukha betekent gezicht of kop.
Met een beetje (of veel) fantasie lijkt de houding dan ook op een koeienkop. De gekruiste benen zijn de lippen en de gebogen ellebogen zijn de oren van de koe. Op
de foto zie je de volledige, klassieke houding. Er zijn echter ook genoeg alternatieven op de houding, zodat je ook een variatie kunt doen als je last hebt van stijfheid in je schouders of heupen of bij knieproblemen.
Het verhaal
Het verhaal achter de houding Gomukhasana gaat over Krishna, één van de belangrijkste goden uit het Hindoeïsme. Krishna is bekend onder vele namen, waaronder Gopala (de beschermer van de koeien) en Govinda (degene die voor de koeien zorgt).
Brahma, de schepper van het universum, twijfelde ooit eens of Krishna wel echt goddelijk was. Krishna leek namelijk op een eenvoudige boerenjongen. Hij droeg een fluit in zijn riem, een pauwenveer in zijn haar en hij liep op blote voeten door het bos. Brahma was van mening dat zo’n eenvoudige koeienherder niet goddelijk zou kunnen zijn en hij besloot Krishna op de proef te stellen.
Op een mooie dag was Krishna met andere, bevriende koeherders in het bos aan het rusten. Brahma kidnapte de koeherders en de kalveren en verstopte ze in een grot. Toen Brahma terugkeerde om te zien hoe Krishna zou reageren bij het ontdekken van zijn verlies, merkte hij tot zijn verbazing dat Krishna aan het spelen was met alle koeherders en kalveren die Brahma zojuist had gestolen. Hoe kon dat?!
Brahma ging terug naar de grot en tot zijn verbazing zag hij ook daar alle kalveren en jongens zitten die hij er eerst had verstopt.
Brahma keek met al zijn vier hoofden tegelijk – naar de grot en naar Krishna – en zag dat op de een of andere manier alle kalveren en jongeren dubbelgangers hadden. Om Brahma te tarten had Krishna zich vermenigvuldigd in kalveren en koeienjongens. Brahma had de goddelijkheid van deze eenvoudige koeherder of zijn vermogen om alles voor alle mensen te zijn, niet begrepen. Krishna kon de koeien voor de koeherders zijn en de verborgen koeien en koeienjongens voor Brahma.
De betekenis
Krishna wordt vaak afgebeeld met een koe. De koe is een heilig dier in India, vanwege de bijzondere aandacht, die het dier aan haar kalf besteedt. Veel hindoes herkennen ook een moederfiguur in de tekening op de kop van het dier. De koe is mede heilig omdat het de mens voorziet van melk en werkkracht op het platteland. Volgens de koe zou de mens geen bestaansrecht hebben gehad in het oude India en had het hindoeïsme zich niet kunnen verspreiden. De koe staat dus centraal in het hindoeïsme en wordt mede om die reden aanbeden. Het is een eerbetoon aan een dier dat door de grote hindoegeleerden wordt aangeduid als ‘de moeder der schepselen’.
Krishna wordt in het hindoeïsme gezien als de belichaming van goddelijke, spirituele liefde. Deze liefde kan op verschillende wijzen tot uitdrukking worden voortgebracht, bijvoorbeeld in moederliefde, vriendschappelijke liefde of naastenliefde. De naam Krishna betekent letterlijk ‘volkomen aantrekkelijk’.
De koe geeft ons als mens bestaansrecht en Krishna heeft het vermogen te zijn om alles voor alle mensen te zijn. Ook wij hebben het vermogen om te geven aan anderen, ook wij kunnen zijn wat een ander nodig heeft; een liefdevolle zoon of dochter, een behulpzame collega, of een schouder om op uit te huilen. Wanneer we in de koeienkop zitten, zetten we een ander gezicht op, net zoals we dat kunnen doen wanneer we onze ‘volkomen aantrekkelijke ‘aard opzetten voor het welzijn van de mensen in ons leven van wie we houden.
Gebruikte bronnen:
de mythen van de asana’s van Arjuna van der Kooij
|
|
|
|
